Bon tardi jufrouw, bon bini bèk na Korsou, luidt het als ik de paspoortcontrole op Curaçao passeer. De douanebeambte heeft mij zojuist goedemiddag gewenst en hartelijk welkom terug geheten op het eiland. Dat zijn zo van die voordelen als je er bent geboren. Dan krijg je vaak een andere behandeling, ondanks je lichte huidskleur zoals in mijn geval.
Vervolgens ga je naar Kranshi – afdeling burgerzaken – voor de inschrijving in het bevolkingsregister. De rij is lang en onbeweeglijk, maar je kent toevallig de ambtenaar, dus je mag voor. En klaar ben je. Zodra je een werkgever hebt gevonden, draai je mee in het Curaçaose systeem: zorgverzekering, pensioen, belasting en al dat soort zaken.
Antillianen, wat zijn dat?
In Nederland geboren Nederlanders (Curaçaoënaars zijn ook Nederlanders. Curaçao behoort nog steeds tot het Koninkrijk der Nederlanden. Curaçaoënaars zijn dus geen Antillianen. De Antillen bestaan namelijk sinds 10 oktober 2010 niet meer en hebben volgens sommigen ook nooit bestaan. Lees hierover een interessante visie in het boek van Miriam Sluis in haar boek De Antillen bestaan niet) moeten vooraf in nog een paar andere rijen, om bij het loket onder andere een bewijs van goed gedrag te overleggen. Maar dat komt ook meestal wel goed.
Naar beneden
Terug naar Nederland verloopt het anders. In mijn paspoort staat een vet exit-stempel: uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Curaçao. Dit vormt voldoende aanleiding voor de douanebeambte in Nederland om mij uit de rij te vissen en ‘naar beneden’ te sturen. Ik moet mijn paspoort afgeven en in de wachtkamer gaan zitten. Daar ben ik niet de enige. Het ziet er zwart van de mensen en dan doel ik vooral op de huidskleur. Nou ben ik op dat moment ook niet een enorme bleekscheet. Maar toch, ik wijk af.
Unheimisch
Daar zit je dan te wachten. Zonder paspoort en zonder dat je weet wat er gaat gebeuren. Wat doen ze met mijn paspoort? Wat gebeurt daar in dat kamertje waar sommigen naar toe moeten? Moet je je uitkleden? Krijg je een bodyscan? Het voelt unheimisch. Iedereen in de wachtkamer zwijgt. De blikken zijn neerslachtig. Een vrouw die op een voormalige buurvrouw in Montaña lijkt. Een studententype. Keurig geklede mensen. Zelfs oude mensen van misschien wel boven de tachtig.
Voor míj valt het mee
Voor mij valt het mee en dit keer dankzij mijn lichte huidskleur. Een douanier opent mijn koffers en pakt Alles uit. Ook mijn toilettas gaat volledig op zijn kop. Als dat maar allemaal weer terug past. Hij opent mijn mappen, scant mijn teksten, bekijkt al mijn foto’s. Bij een foto blijft hij een tijdje turen. Dan vraagt hij plotseling: waarom hebben ze joú naar beneden gestuurd?
Discriminatie als realiteit
Ja, goede vraag. En waarom hebben ze al die andere mensen naar beneden gestuurd, denk ik. Die zagen er ook niet erg crimineel uit. Maar zo voel je je wel. Het dringt tot mij door wat voor impact discriminatie moet hebben en dat dit voor veel mensen ondanks onze zogenaamde moderne samenleving nog steeds een veelvoorkomende realiteit is.