Happy hour moet blijven

CUR – Het is vrijdagmiddag 14.00 uur. Ik heb het journalistenbestaan tijdelijk aan de kant gezet en werk inmiddels bij een Antilliaanse overheidsdienst op Curaçao. Verdient 1000 gulden per maand meer. Zo principieel ben ik dan ook wel weer.

Net weer terug op kantoor van de lunch besluit ik vol goede moed dat ene lastige project weer op te pakken. De dag daarvoor heb ik dan eindelijk na een behoorlijk aantal vergeefse pogingen een ambtenaar gesproken die zich wél verantwoordelijk lijkt te voelen voor de zaak. Maar ik moet toch iemand anders hebben, meldt zij.

De kamergenoot
Die iemand anders werkt bij Economische Zaken en die bel ik even: “Nee, meneer is met lunch”. Goed. Maakt niet uit. Ik pak tussendoor wel wat anders op. Dan komt mijn kamergenoot lachend binnen. Hij heeft net een gezellig onderonsje gehad met een collega verderop. Mijn kamergenoot lacht altijd, ook al zit het even tegen. Hij is van origine Arubaan, heeft nauwe banden met de bovenwindse eilanden, woont sinds lange tijd op Curaçao, maar heeft daarvoor jaren in Brabant gewoond. Die mix geeft een apart soort humor.

Kippetjes
Behalve dat mijn kamergenoot veel lacht, bespreekt hij al zijn activiteiten graag hardop. Zo verneem ik, dat hij nu even zijn vrienden Moet bellen, want het is vrijdagmiddag: tijd voor De Happy Hour. Het wordt een geanimeerd telefoongesprek met vriend één. Ik luister graag mee, want de nabespreking van de happy hour van de week daarvoor is bijzonder sappig te noemen. Iets over Dominicaanse vrouwen. Of het nu opschepperij is of echt waar, het fijne zal ik er nooit van weten. In ieder geval leer ik, dat het Papiamentse woord voor ‘chickie’, galinja is. Mijn kamergenoot vertaalt dat ook wel eens met ‘kippetje’. Het zal de Brabantse inslag wel zijn.

Het gesprek met vriend twee verloopt niet heel anders. En natuurlijk onder luid gelach. Ik luister nu met een half oor, want ik begin mij weer voor te bereiden op mijn telefoontje met de ambtenaar van Economische Zaken. Die heeft namelijk flink wat uit te leggen aangaande het project. Maar nee: “Meneer is met lunch”. Maakt niet uit, ik pak wel iets anders tussendoor op.

Het Ministerie van Belangrijke Zaken
Een andere collega komt binnen, pakt de krant van het bureau van mijn kamergenoot en spreidt die uit over mijn papieren. Kamergenoot is inmiddels klaar met zijn happy hour telefoontjes. De collega met de krant begint een gezamenlijke bespreking over alle nieuws en advertenties die zij daarin tegen komt. Even later wordt ze onderbroken door een collega op de gang. Die is namelijk een luid roepend gesprek aangegaan met een andere collega 10 meter verderop. Ze brullen elkaars naam over en weer. Een keer of vier. De collega van de krant gaat nieuwsgierig kijken en meebrullen. Dan is het 15.30 uur, tijd voor een nieuwe poging. Eindelijk krijg ik de ambtenaar van Economische Zaken aan de lijn: “Mevrouw, het is vrijdagmiddag! Dat ga ik nu echt niet meer doen!” Ik besluit het maar op te geven voor deze week.

Wat is nu de moraal van dit verhaal? Ja, dat ben ik zelf ook even kwijt. Welnu, in Nederland willen ze de happy hour afschaffen om drankmisbruik onder jongeren tegen te gaan. Wat blijkt: op Curaçao is de happy hour van een dusdanig belang, dat er iedere dag wel ergens een is en dat menigeen er zijn werk voor laat liggen. Dan moet het wel écht belangrijk zijn. Op naar de happy hour!