Flamencoheat in herfstig Nederland

“Als je in Nederland een mediterraan gevoel wilt hebben dan ga je naar een tapasbar”, zei een vriendin op Curaçao ooit tegen mij. De manier waarop ze ‘tapasbar’ uitsprak kon niet laatdunkender. Maar ja ergens had ze wel gelijk, bedacht ik toen we samen over de azuurblauwe, Caribische wateren tuurden en nadachten over teruggaan naar Nederland.

Cadiz. La Nina kijkt vanuit de Spaanse haven uit over zee. Haar blik is fel en vol leven. De wind speelt met haar lange haar. Er staat altijd wind in Cadiz, vertelt ze. Een wind waar je vrolijk van wordt. Net als van de Alegría, de flamencodans die er vandaan komt. La Nina, alias voor Janine Keijzer, is onze juf. Wij volgen na drie jaar op Zoon passen weer flamenco bij haar. En ook al zijn mijn flamencoschoenen te klein geworden – die voeten worden steeds platter met de jaren – het is heerlijk om weer bij haar op les te zijn.

La Nina is een Nederlandse, maar je zou het niet altijd zeggen. Ze is blond, maakt typisch Nederlandse grappen en refereert regelmatig aan flamenco a- typische zaken – zo begon ze laatst op een alegríaritme I will survive van Gloria Gaynor te zingen – maar het Spaanse zigeunerbloed giert door haar aderen. Op La Nina’s site kun je lezen dat ze meer dan twintig jaar ervaring heeft en vind je een lange lijst met namen van Spaanse dansers. En die ervaring blijkt uit alles. Niet alleen uit hoe ze moeiteloos haar voeten beweegt, haar houding bepaalt en aanwijzingen geeft, maar ook om wat ze vertelt. Over de verschillende dansen. Over de muziek. Over het verhaal van Lole en Manuel.

Wil je herfstig Nederland even vergeten? Dan hoef je niet naar een tapasbar. Het echte mediterrane gevoel beleef je bij La Nina. Instromen kan vast nog wel, maar doe maar snel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s