CUR – Het is tegen vijf uur ’s middags dat ik vanaf mijn bankje geniet van de ondergaande zon en de Tafelberg. Het wordt vroeg donker op het eiland, omdat het dicht bij de evenaar ligt. Dus ik vertrek naar binnen en pak een boek. Maar wat hoor ik nu? Tik, hoor ik. En weer: tik. En dan een paar keer achter elkaar: tik, tik, tik. Het wordt steeds erger. Wat kan dat geluid zijn? En dan zie ik het. Uit alle hoeken, kieren en gaten komen ze. Joekels zijn het van wel meer dan zes centimeter lang. En ze vliegen! Ik duik onder de klamboe. Die ziet al snel zwart. Ik denk “nu of nooit”, trek een sprint, grijp mijn autosleutels onderweg en scheur het terrein af. Nichtje help!
Hulptroepen
Dé remedie tegen kakkerlakken volgens Curaçaoënaars is flit. Geen idee waar dat woord vandaan komt. Als jij het wel weet hoor ik dat graag. Maar het is in ieder geval gif in een spuitbus. Dus na een goede nachtrust bij mijn nicht, wacht ik mijn donkerbruine vrienden de volgende avond op met een flinke bus flit. Daar zijn ze weer. Ik flit (fliten is ook een werkwoord) er op los. Pam! Weer een dood. En weer een! Al liggen ze niet meteen plat, het lijkt te werken.
Alhoewel? De volgende dag ben ik doodziek van de flit. Gelukkig komt een Colombiaanse paardenverzorger die ook op de ranch woont helpen. Samen maken we alle spleten dicht met aluminiumfolie. Daarna drinken we een rummetje vanaf het bankje en hebben we het over onze mislukte relaties. We worden vrienden.
Pingback: Journalistieke pogingen | Mijn tuin – Mi kunuku
Pingback: Stoppen met roken, een makkie | Mijn tuin – Mi kunuku
Pingback: Comeback van de donkere stalkers | Mijn tuin – Mi kunuku